3.1 Indienstneming
- Indienstneming vindt alleen plaats als iemand onder de definitie van werknemer valt.
- Indienstneming geschiedt op basis van een arbeidsovereenkomst. Op de arbeidsovereenkomst is boek 7 BW, titel 10 van toepassing.
- Indienstneming geschied op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of onbepaalde tijd.
3.2 Schriftelijke bevestiging
De arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan en wordt in tweevoud opgemaakt.
3.3 Einde arbeidsovereenkomst
- De werkgever kan de arbeidsovereenkomst opzeggen als
- de werknemer gedurende 2 jaar ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziekte;
- de werknemer niet meewerkt aan een onderzoek als omschreven in artikel 2.1 lid 2.
- De arbeidsovereenkomst eindigt:
- met wederzijds goedvinden;
- door eenzijdige beëindiging tijdens de overeengekomen proeftijd;
- van rechtswege door het verstrijken van de termijn, of door beëindiging van de taak waarvoor de overeenkomst is aangegaan;
- van rechtswege per de dag waarop de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.;
- van rechtswege door het overlijden van de werknemer;
- door onverwijlde opzegging om een dringende reden als bedoeld in artikel 7:678 en 7:679 van het Burgerlijk Wetboek;
- als gevolg van ontbinding door de kantonrechter ingevolge artikel 7:669, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek;
- als gevolg van ontbinding door de kantonrechter ingevolge artikel 7:686 van het Burgerlijk Wetboek.
- De werkgever kan in de arbeidsovereenkomst een bepaling opnemen die inhoudt dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt in het geval en op het moment dat de werknemer niet meer voldoet aan de definitie van werknemer als omschreven in artikel 1.1 lid 1 onder b van deze cao.
3.4 Nevenfuncties
De werknemer is verplicht om de werkgever op de hoogte te stellen van betaalde of onbetaalde nevenfuncties/werkzaamheden. Verder is werknemer verplicht vooraf schriftelijk toestemming te vragen wanneer hij betaalde of onbetaalde werkzaamheden wil gaan verrichten, dan wel bestaande nevenfuncties wil uitbreiden. De werkgever kan dit verbieden, wanneer de beoogde nevenfuncties strijd opleveren met de belastbaarheid van de werknemer en/of er sprake is van belangenverstrengeling.