');

9.1 Ontwikkeling en mobiliteit

  1. De werkgever en de werknemer zijn beiden verantwoordelijk voor duurzame inzetbaarheid en behoud van loopbaanperspectief om de positie van de werknemer op de arbeidsmarkt te verbeteren.
  2. De werknemer ontwikkelt zichzelf onder andere door scholing en het opdoen van werkervaring. Hij doet dat in het belang van de organisatie en zichzelf.
  3. De werknemer maakt actief gebruik van het loopbaanbeleid van de werkgever.

9.2 Training en opleiding

  1. De werkgever bevordert de deelneming van de werknemer aan trainings- en opleidingsactiviteiten gericht zijn op het verwerven van kennis en vaardigheden die voor de werknemer noodzakelijk zijn om werkzaamheden te kunnen verrichten in het dienstverband en bij een reguliere werkgever.
  2. De in lid 1 bedoelde activiteiten geschieden zoveel mogelijk binnen werktijd. Indien dit niet mogelijk is, wordt deze tijd zo spoedig mogelijk gecompenseerd binnen de werktijd van de werknemer.
  3. De werknemer kan op eigen initiatief de werkgever vragen om deel te nemen mogen nemen aan een training of opleiding, die noodzakelijk is voor zijn werkzaamheden. De werkgever neemt een gemotiveerd besluit.

9.3 Volgen van een noodzakelijke opleiding

Als voor een bepaalde functie een opleiding noodzakelijk is, dan draagt de werkgever de kosten hiervan.

9.4 Beroepsonderwijs

De werkgever bevordert de deelneming van jongere werknemers aan beroepsonderwijs en educatie.