');

Artikel 3.1 Indiensttreding

  1. Je kunt alleen bij een SW-werkgever werken als je een SW-indicatie Wat een SW-indicatie is staat in artikel 1 lid 1 WSW bij ‘geïndiceerd’.
  2. Je werkt op basis van een arbeidsovereenkomst bij jouw In artikel 7:610 lid 1 BW staat wat een arbeidsovereenkomst is.

Artikel 3.2 Jouw arbeidsovereenkomst

  1. Jouw werkgever zet de afspraken die hij met jou maakt op Dit is de arbeidsovereenkomst. Jij en je werkgever krijgen allebei 1 exemplaar waar jullie allebei jullie handtekening op zetten. Je werkgever geeft jou zo snel mogelijk 1 ondertekende arbeidsovereenkomst terug. Als je een wettelijk vertegenwoordiger hebt, dan krijgt deze de ondertekende arbeidsovereenkomst ook.
  2. In artikel 7:655 BW staat precies wat er in jouw arbeidsovereenkomst moet staan.
  3. Soms staat in jouw arbeidsovereenkomst niet meteen welke functie je Dan geeft je werkgever aan wat voor werkzaamheden je gaat doen. Op het moment dat duidelijk is welke functie je krijgt stuurt je werkgever zo snel mogelijk een functieomschrijving.

Artikel 3.3 Terugkeergarantie

Als je bij een reguliere werkgever begeleid gaat werken geldt hoofdstuk 3 WSW. Het kan gebeuren dat je bij de reguliere werkgever jouw werk niet meer kunt doen. Als dit gebeurt zonder dat dit jouw schuld is, dan helpt de SW-werkgever waar je vroeger in dienst was jou. Die is dan verplicht ander passend werk voor je te vinden. Dit werk moet voldoen aan de voorwaarden uit de WSW. Jouw vroegere SW-werkgever houdt daarbij rekening met de salarisschaal en periodiek die gold toen je nog bij hem in dienst was.

Artikel 3.4 Werken in woongemeente

  1. Het kan zijn dat je verhuist naar een andere gemeente. Dit noemen we de woongemeente. Je kunt de woongemeente verzoeken of je daar kunt komen werken. De woongemeente kijkt of zij jou werk kan aanbieden met aangepaste werkomstandigheden. Als dit zo is, dan biedt de woongemeente jou een arbeidsovereenkomst aan. De arbeidsovereenkomst sluit aan op de arbeidsovereenkomst die je al hebt bij je huidige werkgever.
  2. Als je kunt werken bij jouw woongemeente, dan krijg je daar een functie. De woongemeente kijkt wat voor functie zij jou kan aanbieden. Misschien is dat een functie die hetzelfde of bijna hetzelfde is als de functie die je nu hebt. De woongemeente kijkt dan naar je inschaling bij je werkgever. Hier houdt de woongemeente rekening mee.

Artikel 3.5 Het einde van je arbeidsovereenkomst

  1. Je werkgever zegt jouw arbeidsovereenkomst op in de situaties die artikel 6 lid 2 WSW noemt.
  2. Je werkgever kan jouw arbeidsovereenkomst opzeggen in de situaties zoals genoemd in het In het BW lees je ook welke opzegtermijn geldt.
  3. De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege op de dag dat je de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt of met vervroegd pensioen De mogelijkheid om met vervroegd pensioen te gaan staat in het pensioenreglement.
  4. Als je werkgever jouw arbeidsovereenkomst opzegt dan doet hij dit schriftelijk en geeft hij aan:
    1. waarom hij de arbeidsovereenkomst opzegt; en
    2. op welke dag hij wil dat de arbeidsovereenkomst eindigt.
      Hij stuurt dit bericht naar jou of naar jouw wettelijk vertegenwoordiger.

Artikel 3.6 Nevenfunctie

  1. Misschien wil je naast je werk bij je werkgever ook bij een andere werkgever werken, als vrijwilliger werken of als zelfstandige werken. Dit noemen we een nevenfunctie. De werkgever kan jou alleen verbieden de nevenfunctie uit te voeren als daar een objectieve reden voor is. Dit staat in artikel 7:653a BW. Een objectieve reden is onder meer aan de orde als de nevenfunctie jouw belastbaarheid in de weg zit.
  2. Als je een nevenfunctie hebt of wil hebben, dan moet je dit aan je werkgever melden. Dit geldt ook als je al een nevenfunctie hebt en je deze wil uitbreiden.