logo

Toelichting artikel 4.3 feitelijke arbeidsduur

Bij het Technisch Overleg Sociale Werkvoorziening zijn vragen binnengekomen over de werking van artikel 4.3 Feitelijke arbeidsduur. In de betreffende gevallen ging het om inroostering in de groensector voor medewerkers die onder de cao Sociale Werkvoorziening vallen.

Het gaat hier om een werktijdenregeling waarbij de feitelijke arbeidsduur per week afwijkt van de formele arbeidsduur per week. Op grond van artikel 4.3, lid 1 kan de feitelijke arbeidsduur per week afwijken van de formele arbeidsduur per week gemeten over een periode van maximaal 26 weken. Indien er sprake is van een groepsgewijze inroostering is daarbij instemming vereist van de ondernemingsraad (artikel 4.3, lid 1, sub b).

Artikel 4.7 geeft verdere invulling van de inroostering aan. Van belang daarbij is ook dat een incidentele wijziging van het rooster uiterlijk 3 werkdagen voordat de wijziging van toepassing is in het bezit van de werknemer is gesteld (artikel 4.7, lid 5). Het op initiatief van de werkgever door de werknemer op laten nemen van compensatie en/of verlofdagen of –uren is ook aan te merken als een incidentele wijziging van het rooster.

Indien de weersomstandigheden het uitvoeren van de gebruikelijke werkzaamheden in de weg staan, kan de werkgever de werknemer andere passende werkzaamheden laten verrichten. Weersomstandigheden zijn geen reden voor de werkgever om de werknemer te kunnen verplichten compensatie en/of verlofuren op te nemen.