Artikel 5.1 Loon

  1. Je loon is afhankelijk van het aantal uur dat je per week werkt. Als je geen voltijddienstverband hebt, dan geldt jouw loon naar evenredigheid.
  2. Je loon wordt uitbetaald uiterlijk 4 werkdagen voor het einde van de kalendermaand waarover je loon krijgt.

Artikel 5.2 Periodiek

  1. De startregel in een loonschaal kan alleen bij de aanvang van een dienstbetrekking gehanteerd worden.
  2. Je loon wordt elk jaar verhoogd naar de volgende periodiek in jouw loonschaal. Dit geldt totdat het maximum van je loonschaal is bereikt.
  3. Je werkgever kan afwijken van lid 2. Je werkgever hoeft je loon niet naar de volgende periodiek te verhogen als je onvoldoende functioneert en de oorzaak daarvan bij jou ligt. Je kunt een extra periodiek krijgen als je volgens je werkgever bovengemiddeld presteert.
  4. Je werkgever informeert jou of je wettelijke vertegenwoordiger schriftelijk als je loon in een jaar niet naar de volgende periodiek wordt verhoogd. Dit doet hij niet als je het maximum van je loonschaal hebt bereikt. Je werkgever vermeldt ook waarom je loon niet naar de volgende periodiek is verhoogd.

Artikel 5.3 Wettelijk minimumloon

  1. Als jouw vastgestelde loon onder het wettelijk minimumloon ligt, dan krijg je het voor jou geldende wettelijk minimumloon.
  2. Het loon in lid 1 geldt naar evenredigheid als je geen voltijddienstverband hebt.

Artikel 5.4 Loongarantie

  1. Je hebt recht op een loongarantie op je oorspronkelijke loonschaal met de mogelijkheid tot doorgroei in salaris als:
    1. je door de uitkomst van een functie(her)waardering lager wordt ingeschaald; of
    2. je een functie met een lager functieniveau dan je oorspronkelijke functie moet accepteren.
  2. Je hebt geen recht op een loongarantie als:
    1. je een andere passende lagere functie moet accepteren omdat jouw mate van arbeidsongeschiktheid is veranderd;
    2. er sprake is van verwijtbaarheid of onvoldoende functioneren aan jouw kant; of
    3. je op eigen verzoek van functie verandert.
  3. Je bent met een loongarantie verplicht:
    1. passende arbeid te accepteren;
    2. volledig mee te werken aan detachering;
    3. volledig mee te werken aan begeleid werken als je op of na 1 januari 1998 bent aangewezen voor de sociale werkvoorziening; en
    4. actief mee te werken aan maatregelen die de kans tot plaatsing in passende arbeid vergroten.
  4. Kom je jouw verplichtingen niet na dan vervalt je loongarantie.

Artikel 5.5 Nieuwe functie en loonschaal

Als je overgaat naar een nieuwe functie en loonschaal krijg je voor maximaal 1 jaar een toelage ter hoogte van het verschil. Als je teruggaat naar je oude functie vervalt de toelage. Als je na dit jaar in de nieuwe functie blijft, dan krijg je de nieuwe functie en loonschaal.

Artikel 5.6 Functieniveau na beroep op terugkeergarantie

Als je je beroept op de terugkeergarantie, dan moet je werkgever zijn best doen om te zoeken naar een passende en zo regulier mogelijke functie. Het niveau daarvan moet vergelijkbaar zijn met het functieniveau waarop je bij je werkgever hebt gewerkt.

Artikel 5.7 Vakantietoeslag

  1. Je hebt recht op vakantietoeslag. Dit is 8% over je loon en vaste toeslagen in een kalendermaand. Bij de berekening van de hoogte van de vakantietoeslag telt de eindejaarsuitkering niet mee.
  2. Je werkgever betaalt de vakantietoeslag uit in de maand mei. Je krijgt dan de vakantietoeslag over de afgelopen 12 maanden. Deze periode begint in juni van het voorafgaande kalenderjaar. Bij uitdiensttreding krijg je vakantie- toeslag over de maanden gelegen tussen de laatste uitbetaling en de datum van uitdiensttreding.

Artikel 5.8 Eindejaarsuitkering

  1. In december ontvang je een eindejaarsuitkering van 3,75% van je loon zonder vakantiegeld in dat De uitkering is minimaal € 540.
  2. De eindejaarsuitkering in lid 1 geldt naar evenredigheid als je geen voltijddienstverband Dit geldt ook als je arbeidsovereenkomst niet het hele jaar heeft geduurd.
  3. Bij uitdiensttreding krijg je de eindejaarsuitkering over de maanden gelegen tussen de laatste uitbetaling en de datum van uitdiensttreding.

Artikel 5.9 Jubileumuitkering

  1. Je krijgt een jubileumuitkering als je 25 jaar in dienst bent en als je 40 jaar in dienst bent.
  2. Bij 25 jaar is de jubileumuitkering gelijk aan de helft van je loon met vakantietoeslag in de maand van je 25-jarig jubileum. Bij 40 jaar is de jubileumuitkering gelijk aan je loon met vakantietoeslag in de maand van je 40-jarig jubileum.
  3. Als je in je 2e ziektejaar 25 of 40 jaar bij je werkgever in dienst bent, dan geldt voor de jubileumuitkering het loon dat je kreeg voordat je arbeidsongeschikt werd.
  4. Voor het aantal jaar dat je in dienst bent tellen ook de jaren dat je hebt gewerkt bij een ander SW-bedrijf mee.

Artikel 5.10 Bijzondere beloning

Je werkgever kan jou een bijzondere beloning geven als er sprake is van bijzondere omstandigheden.

Artikel 5.11 Overwerktoeslag

  1. Je werkt over als je van je werkgever meer moet werken dan de vooraf met jou afgesproken uren voor die week.
  2. Jij bepaalt of je de uren die je overwerkt krijgt vergoed in tijd of in geld. Dit overleg je met je werkgever.
  3. Je hebt recht op een overwerktoeslag in tijd of geld als je meer dan 2,5 uren per week overwerkt. Je krijgt in dat geval ook over de eerste 2,5 uren een overwerktoeslag. Voor de toeslag geldt onderstaand schema:
Tijden Maandag t/m vrijdag Zaterdag Zondag
00.00 – 06:00 50 % 50 % 100 %
06:00 – 19:00 25 % 35 % 100 %
19:00 – 22:00 35 % 50 % 100 %
22:00 – 24:00 50 % 50 % 100 %

 

Artikel 5.12 Toeslag onregelmatige dienst

1. Je hebt recht op een toeslag in tijd of geld als je van je werkgever op bepaalde uren moet werken. Dit geldt niet als je deze uren werkt in een ploegendienst. Voor de toeslag geldt onderstaand schema:

Tijden Maandag t/m vrijdag Zaterdag Zondag
00.00 – 06:00 50 % 50 % 100 %
06:00 – 19:00 35 % 100 %
19:00 – 22:00 35 % 50 % 100 %
22:00 – 24:00 50 % 50 % 100 %

2. Als je werkt op nieuwjaarsdag, 1e en 2e kerstdag, Koningsdag, 2e paasdag, Hemelvaartsdag, 2e pinksterdag of 5 mei, dan is de toeslag 100%.

Artikel 5.13 Ploegendienst

Als je volgens een vast rooster op onregelmatige uren werkt dan werk je in ploegendienst. Als je werkt in een ploegendienst, dan stelt je werkgever daarvoor een toeslagregeling vast met instemming van de ondernemingsraad.

Artikel 5.14 Toeslag beschikbaar- of bereikbaarheidsdienst

Je werkgever stelt met instemming van de ondernemingsraad een toeslagregeling vast als je in je vrije tijd beschikbaar of bereikbaar moet zijn voor je werk.

Artikel 5.15 Waarnemingstoelage

    1. Als je langer dan 4 weken een hogere functie volledig waarneemt, dan krijg je een toelage van 6% van je loon. Deze toelage krijg je met terugwerkende kracht vanaf de eerste dag van de waarneming.
    2. Als je een functie niet volledig hebt waargenomen, dan stelt je werkgever een redelijke vergoeding vast. Je werkgever houdt daarbij rekening met de aard en de omvang van jouw werkzaamheden. Ook houdt hij rekening met de duur van de waarneming en de manier waarop je hebt waargenomen.

Artikel 5.16 Overlijdensuitkering

    1. Als je overlijdt, ontvangen jouw ‘nagelaten betrekkingen’ een overlijdens- uitkering. De uitkering is jouw loon vanaf de dag na je overlijden tot en met de laatste dag van de 2e maand na je overlijden. Deze uitkering valt onder het door te betalen loon als bedoeld in artikel 1.1 lid 1.
    2. Als je overlijdt in je tweede ziektejaar, geldt bij de berekening van de uitkering het loon dat je ontving voordat je ziek werd.
    3. Wie jouw ‘nagelaten betrekkingen’ zijn, staat in artikel 7:674 lid 3 BW.